Wednesday, February 18, 2009

geraldine en ik




In de platenzaak bladert een vrouw door de bak 'krautrock'. Bij Faust blijven haar vingers even rusten. 'You like them?', vraag ik haar. Ze knikt. Wat later komt ze naar me toe. 'Ik vergat je wat te zeggen: I'm in Faust.' Geraldine Swayne. Geraldine Swayne was born in England in 1965, and is a London based painter, writer, musician, photographer and filmmaker. Arjen Scholten was born in Holland in 1965 and is an Utrecht based brede school medewerker (Overvecht area). 'Wow', zegt ze beleefd. Ze geeft me een ijskoude hand. Nu ben ik one-handshake away from Werner Diermaier. Zo voelt dat dus.
Deed me denken aan een voorval bij de kapper, niet lang geleden. Het gesprek ging over muziek. Ik zette alle middelen in om de man in de kappersstoel te imponeren. Sun Ra. Gas. Raster-Noton. Man in stoel niet onder de indruk. Joe Gibbs. Extrawelt. Geen reactie. Na lang nadenken dacht ik hem toch de genadeklap uit te delen. 'Ik was vrijdag bij een set van James Holden, met Nuno Dos Santos, ken je die?' Bedaard stapte de man uit zijn stoel, streek wat haren van zijn schouders, en zei: 'Ik ben Nuno Dos Santos'.


Saturday, December 06, 2008

zuster immaculata


Je hebt ironie en je hebt ironie. Je drijft ergens de spot mee. Over het algemeen ten koste van anderen. Camp is dan de overtreffende trap. Kirrende homo's bij het songfestival. Ik ben er wel klaar mee. In handen van Gerard Reve wordt het wat anders. Lees zijn gedicht Roeping:

Roeping

Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet 's avonds reeds zijn smoel op de tee vee.

Toch goed dat er een God is.

Hij meent het niet. Maar hij meent het wel. ‘De schrijver speelt een geraffineerd spel met ernst en ironie, waarbij de lezer voortdurend op het verkeerde been gezet wordt', moet je dan zeggen. Het zijn niet mijn woorden. Toch moest ik er aan denken bij de beluistering van Lindstroms laatste plaat, Where You Go I Go Too. Voor de niet-kenners: Lindstrom is een house-producer uit Noorwegen. Op zijn plaat grijpt hij terug op oude invloeden. Foute invloeden, mag je wel zeggen. Soms heb je het idee dat je naar Alan Parsons zit te luisteren. Erger bestaat niet. Maar net wanneer je denkt: 'Dit gaat te ver', waaiert de muziek uit naar Lindstroms eigen klanken. En die zijn dan weer prachtig.

De introductie van Parsons zorgt voor een raadsel. Is die bedoeld als eerbetoon, of drijft Lindstrom hier de spot met hem, en met zijn aanhangers? Of allebei? Als bij een boek gaat Lindstrom een verstandhouding aan met de toehoorder. Op het ogenblik dat die meent de muziek te doorgronden, ontglipt die hem weer. Die Alan Parsons! Of toch weer niet?
Het is de dubbele bodem die deze plaat zo ongrijpbaar maakt. Het is Lindstrom die hem ver uittilt boven het gewone.
Toch goed dat er een God is.





Van de troost en van Anita


Ik heb wel de blik, maar niet de pen van Reve. Zo is het en daarom is dit blog mijn plek. Mijn schrijven is voor mezelf en wordt door niemand waargenomen. Mijn blog is als mijn leven: het gaat onopgemerkt voorbij.

Tot drie dagen geleden. Toen ontving ik een reactie op mijn stukje over mijn bezoek aan de Elvis-winkel te Utrecht. Dat gaat zo:

Verdomd als het niet waar is. In Utrecht bestaat een Elvis-winkel. De enige echte van Nederland. Gelegen aan de Amsterdamse Straatweg, tussen shoarma-boeren en sex-shops. Gisteren ben ik er eens heen gefietst. 'Wij veranderen van naam. Vanaf nu heet uw favoriete Elvis-shop "Elvis corner", staat er op de deur. Binnen het bekende assortiment aandenkens. Elvis-bekers, Elvis-aanstekers, Elvis-asbakken, Elvis-sleutelhangers. Heb nog even over een mok met Elvis-foto getwijfeld. Knappe man, toch.

Op de terugweg getobd over het verband tussen zijn volgelingen en de bedevaartgangers in Banneux. Was ik laatst. Dezelfde bedrukte stemming. Grijs, zou ik zeggen. Veel rolstoelen. Toen ik een groep Poolse Pelgrims stond te bestuderen, werd ik benaderd door hun gids. Of ik een foto van het gezelschap wilde maken. Toen ik klaar was kreeg ik een andere camera in mijn handen gestopt. En daarna nog een. En zo verder. Net zo lang tot ik alle toestellen had afgewerkt. Even was er een glimp van vrolijkheid. Even.

Bij het vertrek toch maar een slok uit de bron genomen. Je weet het nooit.

Het stukje stamt uit 2006. Nooit een reactie op gehad. Tot nu dus. Een gelijkgestemde had me gevonden. Anita. Misschien een uitgever of iemand van een krant. 'Geachte heer Scholten, na het lezen van uw blog, hebben wij besloten, met ingang van 1 januari, wekelijks een column van u in ons kunstkatern op te nemen. Wilt u zo spoedig mogelijk contact met onze redactie opnemen?' Van Nieuwkerk: 'Tot voor kort leidde je een armzalig leven op een school in Utrecht. En dan nu dit. Wat doet zo'n wending met je?' Of zoiets. In ieder geval iets heel anders dan de reactie van het tijdschrift waarin ik pasgeleden een artikel publiceerde. Bij mijn voorzichtige vraag 'hoe het nu verder moest met de betaling?', kreeg in ten antwoord dat 'u voor publicatie in Didaktief niet hoeft te betalen'. Na lang aandringen wist ik er een boekenbon uit te slepen.

Maar goed. Het gaat bij mijn blog niet om geld. Het zal er, ten diepste, wel weer om gaan 'gezien' te worden. Dat laatste was nu gebeurd. Anita had me gevonden en begrepen. Geroerd opende ik haar mail.

Hoi Arjen,zoals ik kan zien op internet heb jij een Elvis winkel.Verkoop je ook riemen met uiteraard Elvis erop (in letters).maar als je toch een winkel hebt kunnen we er dan ook eens komen kijken Liefs op een zondag,in de mnd dec.als het zo is geef me dan het Adres (komen we eens naar binnen)We komen uit het zuiden van het land.groetjes Anita.

pleidooi voor de gewone kaart


Stop de kunstkaarten-terreur! Er is in heel Utrecht geen normale kaart meer te vinden. Steeds maar weer die Isaac Israels met zijn verdomde ezeltje.
Boven: eerlijke, gewone kaart.




Zo is het

'Dan ben je rijk. En dan heb je een klotewijf. Wat heb je dan?'

vroeg werk, 2

Als ik het raam uitkijk zie ik een oude man zijn auto uitstappen. Hij schuifelt naar de achterklep. Zijn vrouw blijft zitten. O God, denk ik. Hij gaat de rolstoel pakken. Die ligt daar opgevouwen. Hij gaat hem uitklappen. De stoel naar voren duwen. Zijn vrouw de stoel insjorren.

En ik moet kijken.

vroeg werk, circa 1989


Van mijn grootouders kreeg ik hun oude rookstoel. Met een bakfiets heb ik hem opgehaald.

Ik rijd de Spaaklaan uit
De stoel voorop
Oma zwaait
Van het balkon
Ik kijk om en groet
Een armzwaai
Ik voel de appel in mijn zak
Ik ben nog lang geen vijf en-
twintig.

Wednesday, October 22, 2008

de uitkomst van een proces


De minister zou naar Utrecht. Of ik ook kwam. ‘De minister wil in gesprek gaan met prominente bewoners en mensen uit het werkveld’, stond in de uitnodiging. Mensen uit het werkveld. Daar hoorde ik bij. Een dwingende stem in me zei dat hij dat helemaal niet wilde.

Er schijnen mensen te bestaan die de regie hebben over hun eigen leven. Niet ik. Daarom bevond ik me nu in een zaaltje, alwaar, aan de hand van een aantal 'prikkelende stellingen’ gediscussieerd zou worden over de stand van zaken in de wijk Overvecht. In afwachting van de komst van de minister werden er broodjes uitgedeeld. Mijn tafelgenoot vertegenwoordigde de stichting ‘Lekker Fit’. Om haar aanwezigheid kracht bij te zetten had ze twee Hindoestaanse dames meegenomen. Beiden droegen een traniningspak. Veel gesproken werd er niet. Wel was er een moskee medewerker die zich opwond over de broodjes. Die waren niet halal.

Toen arriveerde de minister. In een belendende zaal stonden in een kringvorm de stoelen opgesteld. Er was een binnen- en een buitenkring. De binnenste stoelen waren gereserveerd voor de belangrijkste bezoekers. Op een papier op de zitting stonden hun namen vermeld. Het was nu zaak om zo discreet mogelijk langs de stoelen te schuifelen, om zo je zitplaats te ontdekken. Ik mocht in de binnenkring. Tegenover me zag ik de Hindoestaanse dames op de buitenste rij plaats nemen.

Eerst was er een film. In beeld verscheen een oudere man op een scootmobiel. Veel had hij niet op met de wijk. Met name de criminaliteit had zijn zorg.

Toen kon er op de film gereageerd worden. Een prominente bewoner richtte zich tot de minister. Of zij wel wist dat de man van de scootmobiel zelf een crimineel was? Ik denk dat alleen een erg goede schrijver in staat is het verdere verloop van de bijeenkomst te beschrijven. Wanneer ik dat probeer wordt het al te hilarisch. Nog ongeveer een uur werd er gesproken over prullenbakken (werden alsmaar niet geleegd) en wat er zoal te doen was voor de jeugd (niets). Ook de wijkagent mocht nog wat zeggen. Toen was het afgelopen. De minister stapte in het busje dat haar naar het volgende agendapunt zou brengen. Ze had nog net tijd te roepen dat dit ' een zinvolle bijeenkomst geweest was'. Het klonk niet eens wanhopig.

Saturday, January 26, 2008

post uit addis abeba

aan: het Nederlandse Muntenhuis
Postbus 20520
1001 NM Amsterdam

Geachte heer, mevrouw,

Hierbij wil ik graag aan u vragen over mijne bestelling. De faktuurnummer is 0015080576. Zoals ons telefonische gespreek op 8 jan 2008, mijn bestelling dat ik niet ontvangen heb. die u op 27.11.2007 naar mij had gestuurd. De munt is 'Nederland, eerste slag Euro landen Puur zilver met 24 karaat gouden verguld proof kwaliteit'.

Momenteel wordt ons woning gerenoveerd. We hebben een nieuwe brief postbus gekregen. Door deze drukt werkzaamheden zou kunnen de bestelling in brief postbus 120 niet terecht gekomen, dat ik ook het niet heb ontvangen.

Zodra ik mijn bestellingen munt ontvangt ben, wordt het bedrag zospoedig mogelijk aan u overgemaakt. Ik ben wel blij mee met andere munten die altijd ontvangst bent.

Ik hoop dat u begrip heeft voor deze situatie. En dat u mijn bestellingen, 'de eerste slag Ero landen' aan mij toe zullen zenden.

Hoogachtend,


xxxx

mooi is het leven

Van: vriend A.
Aan: Arjen

Hoe is het?

Van: Arjen
Aan: vriend A.

Grauw, regen, wind.
Wat denk je?

Van: vriend A.
Aan: Arjen

gisteren scheen de zon
vandaag broodje kroket
morgen filmfestival
vrijdag tennis met 'dames op leeftijd'

ik probeer ook maar wat.

Van: Arjen
Aan: vriend A.

Je hebt gelijk, vooral wat betreft die kroket.

De Ethiopische uit dat restaurant hield me aan. Of ik een brief wilde nakijken. Was laatst bij haar thuis. Ze herhaalde het koffie-ritueel. Je moet in kleermakerszit op de grond gaan zitten. Zij gaat dan bonen branden op een butagasje, onderwijl Ethiopische keelklanken uitstotend. Op de achtergrond een DVD over de schoonheden van Addis Abeba en een foto van haar vader in legeruniform. Mooi is het leven! (let ook op het heerlijke onderwerp van de brief: een niet bezorgde vergulde munt (24 karaats)). Munten, staan die niet op gelijke hoogte met de kroket?

restaurant sunshine


Ik maak nooit wat mee. Behalve vandaag. En twee maanden geleden. Ik bevond me, op uitnodiging van een Ethiopische moeder, in restaurant 'Sunshine', waar ik op de hoogte gebracht zou worden van de stand van zaken van de 'Ethiopische cultuur'. Na enig wachten bleek ik die avond de enige belangstellende te zijn. Dat wil zeggen: voor wat betreft het culturele gedeelte. De rest van het restaurant was goed gevuld, met, overwegend, witte eters. De presentatie had plaats op een soort verhoging in het zaaltje, waarop, in een kring, zo'n twaalf boomstronken, in uitbundige kleuren beschilderd, stonden opgesteld. De Ethiopische - wit, traditioneel gewaad- wees me de stronk waarop ik de avond door zou brengen. De presentatie bestond uit het tonen van een voor touristen bedoelde folder. Het was moeilijk op te maken wat er nu precies op de zwart-wit foto's afgebeeld was. Op een ervan meende ik een brommer te herkennen. Daarnaast was er een trommel, bespannen met een vel in rasta kleuren en een pen met daarop de tekst 'I love Ethiopia'. Daarmee was alles wel gezegd over de Ethiopische cultuur. Tijd om te eten. Het was geen pretje daar te zitten, op dat podium, ineengedoken op die boomstronk, nieuwsgierig aangestaard door de rest van de bezoekers. Met al mijn inspanning slaagde ik er in mijn niets-aan-de-hand-blik op te houden. Totdat het eten opgediend werd. Voor ons stond een forse aardewerken schaal, met daarop een omgekeerde, pyramidevormige pot. Uit een gat in de pot steeg een indringende zure lucht op. Met armgebaren werd me duidelijk gemaakt dat het de bedoeling was, het geserveerde met de hand naar de naar de mond te brengen. Het behoort tot de Ethiopische gewoontes om elkaar daarbij te 'voeren'. De precieze bedoeling daarvan is me in de paniek even ontschoten. Onder belangstelling van het voltallige restaurant - het geroezemoes was even stilgevallen - heb ik deze klus weten te klaren. Toen was het op. Het aansluitende 'koffie-ritueel' en het traditionele schouderdansen heb ik niet dan in volkomen verdoving doorstaan.

Saturday, June 09, 2007

Een morsig pak

Van sommige dingen weet je dat ze bestaan, zonder ze ooit gezien te hebben. Een morsig pak, bijvoorbeeld. Ik had er wel over gehoord en over gelezen, maar er een tegengekomen was ik nog nooit. Waarschijnlijk niet goed opgelet. Maar, zo als dat gaat met die dingen, juist als je er niet naar op zoek bent, sta je plotseling oog in oog. Ik stapte een kleedruimte binnen en ja hoor, daar hing het. Onverwacht. Eigenlijk precies zo als ik me had voorgesteld. Een echt morsig pak.

Wat ik dan weer niet snapte: het morsige pak hing aan een knaapje, dat op zijn beurt weer aan een haakje opgehangen was. Dat leek me nou weer in tegenspraak met de regels rond het morsige pak. Waarschijnlijk woedde er een behoorlijke tweestrijd in de bezitter. Het is ook een paradox: je verwaarloost je zelf, maar dan wel in een pak.

Saturday, October 21, 2006

henrik schwarz - dj-kicks


Niet te veel Reve lezen. In 'Moeder En Zoon' schrijft hij: 'Ik was een bang kind, dat eigenlijk voor alles vrees koesterde: voor de andere kinderen, voor de leerkrachten, voor de kille, immense ruimten van trappen en lokalen in het schoolgebouw, en vooral, voor het immer op de loer liggende gevaar dat een stuk leerstof zoude worden aangesneden, dat ik niet zoude kunnen volgen. Bij alles wat nieuw ter sprake kwam, was mijn eerste overweging er een van: 'dat zal ik wel niet kunnen begrijpen''.

Pijnlijke herkenning. Ooit was ik disc-jockey in het jongerencentrum van mijn geboorteplaats. Zonder veel succes. Ik leed onder de druk van het besef dat het welslagen van de avond op mijn schouders rustte. Nog zie ik wel eens die angstwekkend lege dansvloer voor me. En ik wist in het geheel niet hoe ik die zoude vullen.

Twijfel is een slechte eigenschap voor een dj. Hij wijst zijn publiek zelfverzekerd de weg: die kant gaan we op. Het gemak moet voelbaar zijn op de dansvloer.

Wat meer? Een goede dj is een ziener, een profeet, die nieuwe wegen voor de luisteraar opent.

In de serie 'back to mine' zetten belangrijke groepen hun invloeden op een rijtje. New Order bijvoorbeeld, sorteerde uit de gebruikelijke groslijst: wat krautrock (Can), The Velvet Underground, Joey Beltram, Donna Summers' I Feel Love, Roxy music, etcetera. Op zich zelf een aardige verzameling, maar wat moeten we er mee? Het is alsof je de Nachtwacht nog eens aanprijst. Dat wisten wij ook wel, dat die mooi was.

Hoe anders is de plaat die Kieran Hebden samenstelde voor de Late Night Tales-serie. Zelfde concept, maar wat een verschil! Hebden durft verrassende keuzes te maken (Manfred Mann, Fairport Convention). En vooral: smeedt schijnbaar onmogelijke combinaties. Zo koppelt hij Joe Henderson aan de Gravediggaz en een nummer van Rahsaan Roland Kirk uit '71 aan Koushik uit 2001. De Flaming Lips laten op hun compilatie opeens het onmogelijke 'I'm not in Love' van 10CC voorbijkomen. In die context, op dat moment opeens een ontroerend mooi nummer.
In zo'n geval wordt de dj zelf kunstenaar: met bestaande middelen opent hij nieuwe werelden.

Luister naar Henrik Schwarz. De manier waarop hij Moondog, Double en iO in elkaar laat overlopen is zo onvergetelijk mooi.

Wednesday, October 19, 2005

kleine karekiet


Ik geloof dat het Bob den Uyl was die schreef dat hij eens wandeling maakte langs de korenvelden. Hij genoot van de schoonheid om zich heen, maar hoe alles heette wist hij niet. Wilde hij ook niet weten. Heb ik ook. Zondag gelopen langs de Kromme Rijn. Zonder wandelschoenen. Zoon zocht geen kastanjes, maar oesters op het schelpenpad (Als ik nu een parel vind, ben ik rijk, he papa?). Ook nog een sleutelbos gevonden, afgegeven aan het buffet van het bezoekerscentrum. Even verdwaald op een soort landgoed. Prachtige bomen. Gezang van vogels. Geen idee hoe ze heten.

Thuis de 'handige wandelwaaier' er maar eens op nageslagen:' kleine karekiet. Let op zang in het riet: lang aangehouden, herhaald tsjirruk-tsjirruk, djek-djek, tirri-tirri-tirri!. Moeilijk te herkennen. Niet alleen vanwege zijn sterke kleurgelijkenis met Bosrietzanger van kaart 52, maar bovenal is deze zanger nogal schuw en houdt zich derhalve graag verborgen tussen het riet, behendig springend van de ene rietstengel naar de andere. Daar ook zingt de kleine karekiet zijn liefdeslied dat heel anders klinkt dan het karakteristieke karre-karre-kiet-kiet van de grote karekiet.'

Tevergeefs de passage bij den Uyl nog eens opgezocht. Geeft niet. Ik snap precies wat hij bedoelde.