Wednesday, October 19, 2005

kleine karekiet


Ik geloof dat het Bob den Uyl was die schreef dat hij eens wandeling maakte langs de korenvelden. Hij genoot van de schoonheid om zich heen, maar hoe alles heette wist hij niet. Wilde hij ook niet weten. Heb ik ook. Zondag gelopen langs de Kromme Rijn. Zonder wandelschoenen. Zoon zocht geen kastanjes, maar oesters op het schelpenpad (Als ik nu een parel vind, ben ik rijk, he papa?). Ook nog een sleutelbos gevonden, afgegeven aan het buffet van het bezoekerscentrum. Even verdwaald op een soort landgoed. Prachtige bomen. Gezang van vogels. Geen idee hoe ze heten.

Thuis de 'handige wandelwaaier' er maar eens op nageslagen:' kleine karekiet. Let op zang in het riet: lang aangehouden, herhaald tsjirruk-tsjirruk, djek-djek, tirri-tirri-tirri!. Moeilijk te herkennen. Niet alleen vanwege zijn sterke kleurgelijkenis met Bosrietzanger van kaart 52, maar bovenal is deze zanger nogal schuw en houdt zich derhalve graag verborgen tussen het riet, behendig springend van de ene rietstengel naar de andere. Daar ook zingt de kleine karekiet zijn liefdeslied dat heel anders klinkt dan het karakteristieke karre-karre-kiet-kiet van de grote karekiet.'

Tevergeefs de passage bij den Uyl nog eens opgezocht. Geeft niet. Ik snap precies wat hij bedoelde.

Monday, October 17, 2005

de tafel van zeven


wel de bijbel lezen en de griekse mythen en sagen, maar de tafel van zeven wil er niet in. Althans niet uit het hoofd. Drie keer zeven, zei je? Dat is, eh, even denken. O, een en twintig. Moet ik me er zorgen over maken, of niet? Afgelopen week zelfstandig een pijl en boog vervaardigd, een herfsttafel ingericht en de volgende ontdekking gedaan: 'er is een verschil tussen het ding stoel en de naam stoel' (Karl Popper, dacht ik?). En een zes voor de tafeltoets.

Sunday, October 02, 2005

Bhagwan in Tuk


Vandaag de Bhagwan weer eens gezien. Lange baard. Zilverkleurig ruimtepak. Zag er goed uit. Hij sprak over psycho-analyse. Dat vergeleek hij met het afpellen van een ui. Je pelt een laag af waaronder weer een nieuwe laag zichtbaar wordt. Ook die kun je afpellen. En zo verder, tot er tenslotte helemaal niets overblijft. Of de heren psycho-analytici daar wel eens over hadden nagedacht: dat er dan helemaal niets overblijft. Zijn ogen glommen bij deze vaststelling. Goeie truc. Als je zo langzaam praat als Bhagwan -tussen elke zin minstens vijf tellen rust , de woorden afgewogen- lijkt iedere opmerking een diepe wijsheid. Wanneer je het zou stellen met een Achterhoeks accent werd je uitgelachen. Maar goed.

Had een oom die in jaren zeventig de stad ontvluchtte. Hij kocht een boerderij in Willemsoord, bij Tuk. 'God is lief', had hij met grote letters op de muur van de woonkamer geschilderd. Een woonwagen op het erf. Dat werk. Soms logeerde ik daar. Vage herinneringen. Nu huist er de Bhagwan-beweging, afdeling Nederland.

Zo bezien ben je met alles verbonden (plechtig uit te spreken).